* Speelhoudingen

Als beginnend flamencogitarist moet je al snel keuzes maken waarvan je de gevolgen nog niet kunt overzien. Een daarvan is je speelhouding. Om een goede keuze te kunnen maken moet je eigenlijk al ervaring hebben, maar die is in het begin nog niet aanwezig. In dit artikel wil ik een en ander uiteenzetten, opdat je een bewustere keuze kunt maken met behulp van ervaringen van andere gitaristen.

Wat ik in het algemeen kan zeggen over een goede speelhouding, is dat het voldoende voordelen op moet leveren en zo weinig mogelijk nadelen. Daarmee bedoel ik het natuurlijke gemak waarmee je kunt zitten en bewegen en waarbij er zo min mogelijk obstakels zijn.

De drie meest bekende houdingen zijn:
1. de klassieke houding
2. Traditioneel (Paco Peña)
3. Modern (Paco de Lucía)

1. De klassieke houding (afbeelding 1)

Klassieke houding

Deze is voor flamencogitaristen het minst geschikt. Het grote probleem van deze houding bij het spelen van flamenco is de plaatsing van de rechter- onderarm op de rand van de klankkast. Daardoor is de arm niet vrij om te roteren (essentieel voor sommige rasgueados en de alzapúa) en kun je geen grote bewegingen maken met je arm. Dat komt omdat je niet kunt scharnieren vanuit je elleboog; er vormt zich een gefixeerd punt op de plaats waar de onderarm halverwege op de kast ligt en dit zorgt enerzijds voor een stabiele handpositie en belemmert anderzijds de bewegingsvrijheid van de arm.

Voetenbankje (afbeelding 2)
Het gebruik van een voetenbankje en de bijbehorende houding levert een afstand op tussen het lichaam van de gitarist en het instrument.

Manuel Cano

Manuel Cano

Daardoor gaat er mijns inziens veel voelbare informatie verloren die als feedback dient voor de gitarist. Door het voetenbankje komen bovendien de benen in een ongelijke positie te staan. Het is bekend dat dit zijn effect heeft op het bekken en de onderrug van de gitarist en dat het op den duur problemen kan veroorzaken. Nu moet ik voor de volledigheid melden dat er flamencogitaristen zijn die wel degelijk een voetenbankje gebruiken; ik heb van 1981 tot 1985 les gehad van Manuel Cano aan het Conservatorium in Córdoba en ook hij gebruikte een voetenbankje, maar had een interessante variant: hij zette zijn linkervoet op het voetenbankje, maar plaatste de gitaar met beide bollingen op beide benen (zie afbeelding 2). Door deze positionering had hij toch zijn hele onderarm vrij om te bewegen. Op YouTube is er voldoende beeldmateriaal van hem te vinden waar je kunt zien hoe dat werkt.

2. De traditionele houding (afbeelding 3)
Deze speelhouding, met de gitaar diagonaal balancerend op het rechter bovenbeen, is zeer herkenbaar van oude afbeeldingen. Paco Peña speelt nog steeds zo.

Paco-pena-190x190

Paco Peña

De traditionele houding wordt door beginners al snel afgewezen, omdat er zich meteen een moeilijkheid voordoet: de gitaar glijdt gemakkelijk weg en de gitarist heeft het gevoel dat hij daar geen controle over heeft. Hij zal dus gemakkelijk naar een andere speelhouding uitwijken. Eigenlijk is dat heel jammer, want het probleem van het wegglijden is heel gemakkelijk op te lossen met wat leukoplast of zeemleer. Bij de keuze voor een andere houding komen de problemen weliswaar veel later, maar die zijn veel moeilijker op te lossen dan met een stukje leukoplast. Leukoplast is ongevaarlijk voor je lak; vergeet niet dat het ontworpen is voor de menselijke huid en dus zal het geen schade aanrichten aan je lak of politoer. Dat geldt natuurlijk niet voor andere soorten tape met een meer industrieel karakter, daarvan zijn de gevaren voor beschadiging duidelijk aanwezig.

Handen en polsen
Door de hoge positionering van de hals is er voor de linkerpols geen belemmering, omdat er geen hoek gemaakt hoeft te worden. De pols blijft keurig gestrekt en ontspannen en benadert de hals in alle vrijheid. Voor de rechterpols is het eveneens prettig werken. De rechterhand valt in een natuurlijke hoek die prachtig overeenkomt met de gewenste haakse speelrichting ten opzichte van de snaren. De rechterbovenarm rust ontspannen op de klankkast en zorgt er mede voor dat de gitaar goed tegen het lichaam van de gitarist ligt; daarmee wordt het instrument beter verwarmd en zal daardoor beter klinken. Door de opgerichte houding van de gitaar is het klankgat iets hoger geplaatst en aan de voorkant voornamelijk vrij. Dat geeft een onbelemmerde doorgang aan het geluid dat uit het instrument komt, en dat geluid zal daardoor verder dragen. De benen staan symmetrisch en daardoor blijft de rug in deze speelhouding optimaal recht ten opzichte van de andere houdingen. Deze houding zal dan ook de minste blessures opleveren.

3. De moderne houding (afbeelding 4)
De meest gebruikte houding van de laatste veertig jaar is die van Paco de Lucía:

Paco de Lucía

Paco de Lucía

het rechterbeen ter hoogte van de enkel op het linkerbeen en de gitaar op het rechter- bovenbeen geplaatst in de insnoering van de gitaar. Het is een houding die lekker ‘zit’. Je hoeft je geen zorgen te maken over de stabiliteit van je instrument, want het ligt in evenwicht en je hebt daardoor niet de neiging om de hals te ondersteunen met je linkerhand.
Er zijn ook nadelen aan deze houding. Om te beginnen is het voor de linkerpols lastig om de scherpe hoek te maken die veroorzaakt wordt door de relatief lage positie van de hals. Hoe lager de hals wordt geplaatst, des te meer moet de linkerpols buigen om bij de snaren te kunnen en zo wordt het steeds moeilijker om de duim nog in het midden van de hals te plaatsen.
Omdat de gitaar nagenoeg horizontaal ligt in plaats van diagonaal, moet de rechterpols naar opzij scharnieren, om je vingers haaks ten opzichte van de snaren te krijgen. Voor een glashelder geluid met de juiste attack moet de snaar haaks aangeslagen worden, anders krijg je een zacht, rond, vegend geluid. Wellicht lekker voor mellow jazzmuzikanten, maar niet voor flamencozielen.

Een ander nadeel is dat het rechterbeen vaak schuin omhoog steekt en zo met de knie voor het klankgat komt, waardoor er een gedeelte van het geluid meteen al aan het begin geabsorbeerd en geblokkeerd wordt en er minder volume overblijft.
Omdat de benen niet parallel geplaatst zijn en een gitarist heel erg veel uren van zijn leven in deze speelhouding zit, is het belastend voor de onderrug. Zowel Paco de Lucía als Vicente Amigo hebben hierdoor een operatie moeten ondergaan.

Ik kan me als auteur wellicht niet permitteren om hier mijn eigen persoonlijke mening te spuien, maar dat ga ik toch doen. Ik vind persoonlijk de traditionele houding de beste. Het obstakel dat je in het begin tegenkomt van het wegglijden van je gitaar – dat je dus heel simpel met een beetje leukoplast of zeemleer op kunt lossen – staat in geen enkele verhouding tot de verstrekkende gevolgen die bij de moderne houding weliswaar pas na jaren tevoorschijn komen, maar veel groter en problematischer zijn. Dat betekent niet dat mijn mening de absolute waarheid zou zijn; er zijn altijd factoren die ieder voor zichzelf moet afwegen en daarmee kan iemand tot een andere conclusie kan komen. Het gaat er mij steeds om dat ik je met mijn verhaal kan helpen om beter inzicht te krijgen, zodat je voor jezelf de beste keuze kunt maken.

Ten slotte nog dit: Er is een aantal attributen verkrijgbaar die je kunnen helpen om een goede speelhouding aan te nemen. Nederlanders zijn immers gemiddeld de langste mensen ter wereld en dat kun je van de gemiddelde Andalusiër niet zeggen.

Armen en benen blijken bij ons vaak te lang om een prettig zittende flamencohouding aan te nemen en de handen op de juiste plaats te krijgen op het instrument. Er zijn oplossingen in de vorm van verschillende soorten gitaar- steunen om de diverse problemen het hoofd te bieden. Kijk maar op de websites van de gerenommeerde gitaarspeciaalzaken en je vind een intelligent en ter zake doende serie producten. (zie afbeeldingen 5 t/m 7).
Ruud Stoop

*Met dank aan gitaarspeciaalzaak La Guitarra Buena voor afbeeldingen 5, 6 en 7.